Uitgelicht
Kolonie van het kapitalisme
Soms droom ik weg, denkend aan het Suriname van een kleine vijftig jaar geleden. Doodgewone Surinamers met uiteenlopende culturele achtergronden vinden elkaar in verschillende delen van het land om hun diepgewortelde wens naar onafhankelijkheid met elkaar te delen. Terwijl steeds meer landen in de wereld zich succesvol losmaken van het juk van hun Europese kolonisator, is Suriname nog altijd braaf onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. De Indonesiërs gingen al in 1945 de straat op met borden waar het woord ‘merdeka' op prijkten – waarmee ze hun wens naar vrijheid en onafhankelijkheid claimden. Suriname volgt pas 30 jaar later, vooral omdat Surinamers zich geen volwaardig onderdeel van het koninkrijk voelen en het idee hebben door de Hollanders te worden achtergesteld in economisch, politiek en sociaal-cultureel opzicht. Inmiddels is Suriname alweer 41 jaar onafhankelijk, maar hoe onafhankelijk is men nu écht? En zijn de dromen en wensen van de Surinamers van toen, nu werkelijkheid geworden?
“Is Suriname er eigenlijk beter op geworden door onafhankelijk te worden?”, is een vraag die mij wel eens wordt gesteld. Een vraag die zich lastig laat beantwoorden, maar mijn antwoord is doorgaans: “sociaal-cultureel wel, sociaaleconomisch niet”. Het Surinaamse volk heeft immers veel meegemaakt sinds 1975, waardoor een genuanceerd antwoord op deze vraag nodig is. Surinamers hebben zich steeds meer geëmancipeerd en de Surinaamse cultuur en identiteit is versterkt. Suriname is meer dan ooit een smeltkroes van verschillende culturen; de persoonlijke contacten tussen Creolen, Javanen, Hindoestanen, Marrons en welke andere bevolkingsgroep dan ook zijn sterk geïntensiveerd. In dat sociaal-culturele opzicht heeft de onafhankelijkheid Suriname dus goed gedaan. Al zijn er serieuze, kritische kanttekeningen te plaatsen bij de ontwikkeling van de politiek, democratie en rechtstaat van Suriname. Sinds 1975 heeft Suriname immers een militaire coup (in 1980) gekend, tragische Decembermoorden en de nodige politieke onrust en spanningen. Ik durf zelfs te stellen dat de democratische rechtstaat die de Republiek zou moeten zijn er momenteel zorgelijk voorstaat.
Ook in sociaaleconomisch opzicht maak ik mij enigszins zorgen. Geregeld is Suriname sinds 1975 getroffen door ongekende economische crises en bijbehorende malaise en armoede. Ik zie ouderen en gezinnen die moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen en de rekeningen te betalen. Kinderen die niet altijd met een goed gevulde maag naar school gaan. Onvoldoende sociale uitkeringen waar mensen in kwetsbare posities op terug kunnen vallen. En macro-economisch beschouwd is de staat van de Surinaamse economie buitengewoon pover. Het land hangt vast aan het giftige infuus van het IMF en sluit de ene schimmige deal na de andere met misleidende, mondiale grootmachten uit Azië en Noord-Amerika. Deals met voorwaarden die de onafhankelijkheid van Suriname eerder kleiner maken dan groter. Juist daarom investeren organisaties als het Johan Ferrier Fonds in kleinschalige initiatieven en projecten die dichtbij mensen staan en ver weg van grootschalige organisaties en ingewikkelde constructies.
Suriname is op papier 41 jaar onafhankelijk van Nederland. Ze is een zelfstandige republiek die zelf verantwoordelijk is voor haar keuzes. Tegelijkertijd constateer ik dat Suriname zich juist sterk afhankelijk heeft gemaakt van de verraderlijke verleidingen van het mondiale grootkapitaal. En het trieste is dat juist de doodgewone Surinamers die aan de wieg stonden van de onafhankelijkheid – en hun (klein)kinderen - de rekening hiervoor moeten betalen. Hun dromen van toen zijn sociaal-cultureel misschien wel grotendeels gerealiseerd, maar sociaaleconomisch totaal niet. De Nederlandse kolonisator van toen heeft plaatsgemaakt voor de kapitalistische kolonisator van nu. Hoe lang laten de Surinamers dit nog gebeuren voordat ze een halve eeuw later met recht en reden roepen om een nieuwe onafhankelijkheid?
Dave Ensberg-Kleijkers
Vicevoorzitter Stichting Johan Ferrier Fonds
« terug | deel dit artikel op: |
Het bestuur!
Zie hier het vijfkoppige bestuur van het Johan Ferrier Fonds waarmee de stichting de toekomst in gaat. | lees meer »
Vier je vierdagen!
Het Johan Ferrier Fonds bestaat 15 jaar! en daar hebben we bij stil gestaan. Op naar de volgende 15 jaar! | lees meer »
ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling) Het Johan Ferrier Fonds is ANBI erkend. Dit betekent dat donaties en giften aan het fonds fiscaal aftrekbaar zijn. Neem voor meer informatie contact op met het Johan Ferrier Fonds. website: www.anbi.nl |
Joan Ferrier Joan Ferrier studeerde orthopedagogiek aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Na haar studie werkte ze bij het Sociaal Agogisch Centrum 'Het Burgerweeshuis'. Zij werkte aan de Universiteit van Amsterdam en doceerde transculturele Pedagogiek aan de Hogeschool van Amsterdam. Tussen 1998 en 2012 was zij directeur van E-Quality, kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit (www.e-quality.nl ). In 2012 is Equality gefuseerd met Aletta/Atria. Joan was vervolgens voorzitter van de Stichting Herdenking Slavernijverleden die alle activiteiten rondom 150 jaar afschaffing van de slavernij coördineerde. In 2008 kreeg Joan Ferrier uit handen van de Rotterdamse burgemeester Opstelten de EZVN-Award uitgereikt voor Zwarte Vrouwelijke Manager 2008. In 2011 ontving zij een Koninklijke Onderscheiding en werd Joan Ferrier benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Joan overleed op Internationale Vrouwendag, 8 maart 2014. |